Eigenlijk wilde ik de Trekkersvissen filmen waarvan Huba Buba geschreven had dat ze zich bij het rif ophielden. Ik nam aan dat hij 'The Donkey' bedoelde, de rotsachtige driehoek bij de hoek van de kliffen die doorlopen vanuit de grote parkeerplaats en die onderloopt bij hoog water.
De wind was al meer dan een week aflandig, dus ik verwachtte dat het water zelfs nog helderder was dan de vorige vrijdag. Er stond nogal wat deining en de massieve muur drijvend zeewier veegde me bijna van m'n verstrikte benen. Veelal, wanneer je de smurrie hebt overwonnen, wordt de bodem helder genoeg om struikelstenen en tenenknijpers te ontwijken, maar het bleef afwaswater met weinig meer dan nul zicht. Dus liet ik me in het ondiepte vallen en zwom weg van het drab totdat ik net genoeg kon zien om mijn voeten in de monovin te krijgen.
Het water in de haven was vrij rustig, maar spoedig bliezen windvlagen dwars over de deining en vormden de water versie van lopen door lang gras, tegen de heuvel op. Nu zou mijn rugvin van pas zijn gekomen, maar dan op mijn rug in plaats van bij Willem op de trap. En ik voelde dat dit een karakteronderneming ging worden.
Daar ik nauwelijks de bodem kon zien moest ik met regelmaat mijn koers bijstellen en de vele bossen veterwier bij de rand maakten het er ook niet gemakkelijker op. Bij de afgrond volgde ik de rand voor zo goed als ik deze zien kon. Het water werd langzamerhand helderder, maar het zicht reikte niet verder dan een anderhalve meter. Bij 'The Donkey' braken de golven op de rand van het rif en werden tot blind belletjeswater. Als een golf een rotswand treft en terugspoelt heb je weinig te vrezen als je de bodem tenminste kunt zien. Maar als deze over een ondiepe kant spoelt kun je over zo'n rif geraspt worden als een hulpeloze speelbal van de elementen. Je zwemt daar letterlijk op het scherp van de snede.
Ik had de indruk dat de stroming me een beetje wegzette van de kustlijn en zwom er daarom wat dichterbij. Ik maakte me niet te veel zorgen om de stroming. Ik kon altijd omkeren en er mijn voordeel mee doen. Langzaam kwam ik dichter bij de rotscontouren. Ieder moment kon ik bij de rand van 'The Donkey' zijn. Maar die kwam maar niet en ik vroeg me af waarom. Toen keek ik achter me. Crab Island was totaal uit mijn zicht verdwenen en ik realiseerde me dat ik al lang om 'The Donkey' heen was gezwommen en nu vlakbij de tafelrots was waartegen massieve oceaangolven zich verhieven om er vervolgens als een rondom waterval van terug te storten.
Ik hoorde fluiten en schreeuwen en zag een visser opgewonden naar me gebaren. Was hij bezorgd over zijn snoer of zou dat om mij zijn? Omdat waterbergen tegen de rotswand opkropen en weer terug daverden was er geen gelegenheid voor gesprek. Ik draaide om en zwom zo na mogelijk als het witte water dat toeliet langs de rotsen terug.
Mijn schoonmoeder zei altijd, 'heen is niks, maar weerom…', en liet dan haar vinger langs haar neus naar onder glijden om deze terug er onder te laten stuiken. Ik kon me wel slaan voor zo'n olifantische DomDom. Maar die kon ik beter in het water doen. Er was dus geen terugstroom. Ik had puur afstand gezwommen en moest nu de hele weg terug. Ik zei al dat het een karakteronderneming zou worden.
Toen ik eindelijk weer terug bij mijn instap kwam was het stevig vloed geworden en de golven ook. In die heisa kwam ik er niet uit. Natuurlijk was er de boothelling, maar mijn schoenen waren bij de instap en terug lopen zou me m'n dierbare 3 mil neopreen sokken kosten. Ik zag dat het strandje veel meer in de luwte lag en stommelde tussen de rotsblokkade door. Steen voor steen redde ik het terug naar mijn schoenen, die op het punt stonden in de wervelende wierkolken te worden gezogen. En zo kon ik tenminste mijn oude waterschoenen bergen.
Dusty was nergens te bekennen. Haar intelligentie moet haar hebben weerhouden. Daar kon ik ook wel wat van gebruiken.
Ps Even een oproep: We waren van de week een oude aflevering van het programma 'Spoorloos' aan het kijken waar een man zijn vader zocht die uit Nederland zou komen. Deze man zou in 1980 in Kenia op vakantie zijn geweest met zijn broer en een reis gezelschap. Hij heet Frank, zoals ook de jongeman, zou tussen de 55 en 70 jaar moeten zijn, en had een tatoeage van een dolfijn op zijn bovenlichaam (vandaar dat we hier de oproep plaatsen).De jongeman is schilder, wonende in Kenia en zou heel graag met zijn vader in contact komen.
Om deze oproep te bekijken: Uitzending gemist- KRO Spoorloos - uitzending 'Wees in Tanzania' van 02-07-13.
Bedankt voor jullie aandacht.