Omdat de explosies aangekondigd waren voor acht uur, haastte ik me van mijn half verorberde bord patat naar Marteen's schuurtje, waar ik mijn uitrusting stal, voor-bevochtigd door een mals regenbuitje.
Tussen tuingereedschap sprong ik in mijn pak in ver onder het gebruikelijke halve uur en sjompte naar de slipway in een tamelijke wolkbreuk. De regen stond als spijkers op het water dat verrassend warm was. Geen Dusty op mijn vaste drie slagen op het water met mijn monovin. Dus peddelde ik langs de ondiepte en verwachtte haar elk ogenblik. Toen ik aan het einde van het strand de rotsoever bereikte, de plek die nog het meest in de 'geluidsschaduw' van de explosies in de haven van Doolin lag, was ze er nog steeds niet.
Eerder in de middag lukte het haar daar voor bijna een uur bezig te houden. Ik bespeelde de watervleugel voor haar met een smalle, ovale steen, klopte ritmen en ratelde langs de bulten op de voorrand.
Maar het liefste nog wilde ze onder haar kin gekrabbeld worden en gekriebeld in haar oksels. Omdat het niet meevalt me heupdiep staande te houden met mijn voeten aan elkaar in de monovin probeerde ik met mijn rug tegen een rots aan te staan. Daar zou zij nog de meeste schuil hebben.
Maar nu, hoe hard ik ook de watervleugel ook tegen de rotsen dreunde of een steen tegen een onderwaterkei beukte, geen Dusty. Dus hing ik me aan de spiegel en dompelde naar de bodem voor een poos, draaide een ballet-je, schreef m'n vinger in het zand, maakte alle snorkel geluidjes die ze nu al ver over tien jaar van me kent. Maar noppes.
Toen ik het gevoel had dat ruim over achten was, kreupelde ik in klotsgolven en tegenwater terug naar de slip. Toen ik eindelijk aankwam was de oceaan nog leger dan tevoren.
Ik had net mijn monovin afgedaan toen ik Mildred en Simona bij de slip aan zag komen, maar ook dat twee visserssloepen bij hun meerboeien aankwamen. En een rugvin die door het zilte sop sneed: Dusty dus!
Vlak daarop zwaaide ze langs de slip en begon rondjes te draaien. Zodra ik m'n monovin weer aan had, ging ik op weg naar de strandhoek. Weg was de kreupel en terug de energie om in volle vaart bokkensprongen te maken om haar aandacht vast te houden zonder te treuzelen. Onderweg vond ik het 'bultruggen' uit, beurtelings mijn schouders en m'n kont overdreven opduwend. Ook reanimeerde ik het zijzwemmen met de watervleugel paralel heen en weer duwend. Voor ik er erg in had kwamen we precies aan waar we zijn wilden, de ondiepe strandhoek.
Ik zag twee benen voor me langs rennen. Het was Simona die met haar magische zeewier zwaaide. Nu was het zaak om Dusty in de buurt te houden. Tijd voor de cadeautjes. Een tijdje terug had ik twee driehoekige hardhouten (Pokhout) stokjes gemaakt met verschillend getande zijden, fijn, middel en grof, om de raspende geluiden die dolfijnen met hun sonar maken na te bootsen. Deze hingen aan mijn loodgordel en bleken nog meer te kunnen dan ik had verwacht. Foto
Ze bleken xylofonisch te combineren met de verschillende klanklocaties van de watervleugel. Video
Ik deed mijn monovin af en legde deze met de watervleugel op het strand. Nu had ik mijn handen vrij en kon me beter in het ondiepe bewegen.
Intussen was Simona in iedere ooghoek van mij en van Dusty en gooide haar charmes en vindingrijkheid in het ping-pongen van Dusty's aandacht tussen mij en haarzelf. Tot mijn verbazing en vreugde produceerden de ratelstokken een wonderlijk wah-wah effect bij snelle dompelingen, die deed denken aan Tibetaanse tempelmuziek. Dusty was betoverd, ze bleef rondom ons zwemmen in nauwerende cirkels. Maar een keer ging ze er vandoor naar een visserssloep, maar snelde terug binnen drie zenuwslopende minuten. Om het nog mooier te maken blies ik belletjes met een dun dialyse slangetje. Van tijd tot tijd blies Dusty zelf een vreugde bel en een keer zag ik haar naar Simona zwemmen met een lang spoor van kleine belletjes, als een parelsnoer. Ik gooide water en mezelf naar Dusty op manieren die al gauw een aanval op een vreemde hadden kunnen uitlokken, maar haar emotionele intelligentie begreep dat het vanuit een goed hart kwam. Het was een en al dolle pret!
Toen gaf Mildred een laatste zwaai. De explosies waren voorbij. We hadden helemaal niets gehoord en zagen ook geen verandering in Dusty's gedrag. Ik nam afscheid van haar met een laatste streel en ging toen het strand op voor een omarming in drievoud. Er was geen twijfel mogelijk: we hadden het voor elkaar!
Terug in het schemerige schuurtje, graaiend naar mijn vochtige kleren, brak de spanning, tranen liepen vrij over mijn wangen in een zeldzame opluchting. Hoe dan ook, wat dan ook, we hadden het voor mekaar!