Omdat Dusty niet altijd daar is en omdat, als ze er wel is, het een effectieve manier om haar aandacht te trekken is om haar te negeren, mag ik me graag verdiepen in wat de zeebedding nog meer te wekken biedt. In de voorlaatste paragraaf van Dolphin Address 15 beschreef ik de schoonheid van het onderwaterlandschap bij de afgrond. Wat me daarbij dwars zat, was dat ik weliswaar een lyrische inventaris kan geven van wat ik zie, maar dat ik in de meer abstracte aspecten tekort schiet. Met name in de ruimtelijkheid. En dat is nu altijd voor mij een cruciale dimensie van zwemmen geweest. Dat je van het oppervlakte perspectief, waaraan wij door de zwaartekracht gekluisterd zijn, kunt afdalen in een drie dimensionale ruimte, waar je onbezwaard door eigen gewicht, kunt vliegen naar waar je adem je bewaart.
Als kind placht ik op zondag mijn grootouders te vermijden, want als ik gesnapt werd, dan moest ik met hen naar de kerk. Maar soms was er geen ontkomen aan. Immuun voor de retoriek van de dominee en geïnspireerd door de ledigheid van het nietsdoen dwaalden mijn ogen dan omhoog naar de gewelven. Ik stelde me daar voor als de wachtkamer naar de hemel en bedacht, dat als de kerk gevuld zou zijn met water ik mijn ogen achternaarboven kon zwemmen.
In mijn duikdecennium, de jaren negentig, projecteerde ik mijn onderwaterenthousiasme op een ondergelopen Groningen. Dan dook ik van het dakterras van V&D de Grote Markt in, maakte een driftduik door de Herestraat en een ballonopstijging bij de Vliegende Hollander op het Zuiderdiep. Van die dingen.
Om die ruimtelijkheid visueel weer te geven ging ik gistermorgen het water in bij de haven van Doolin met mijn video camera gemonteerd op de watervleugel. Het was diep eb en ik rekende dat dit mijn weg naar beneden met zo'n vijf meter zou bekorten. Voor de zekerheid ben ik eerst nog even op de pier gaan kijken of het water wel helder was en dat zag er toen goed uit. Geen Dusty, maar de dag was nog jong.
Maar toen ik het water in wilde stappen wachtte me daar een deinende deken van zeewier. Deze werd dikker naarmate ik er verder in liep en ging over in een massieve brei van confetti wier. Omdat er daar gemene keien liggen die volledig aan mijn oog onttrokken werden door de trage pulp legde ik me vooruit en duwde me af tegen de bodem naar de verlossende diepte. Eenmaal daar bevrijdde ik mezelf van alle omslingeringen en zette koers naar de afgrond. Het zicht viel ronduit tegen en om niet op mijn buik over de ondiepten te hoeven kruipen volgde ik de rand van de veerboot route. Ik had verwacht dat het zicht op zou klaren naarmate ik verder van de haven zwom, maar dat deed het niet. Ik zwom door velden van zeeschuim en hoopte dat in de diepte het water helderder zou zijn, zoals vaak bij White Strand het geval was. Eenmaal aangekomen bij de afgrond bleek dit maar met mate het geval en ook, dat door de dichte bovenlaag bovendien het zonlicht sterk was afgenomen. Bovendien was Dusty in geen golven of diepten te bekennen. Ontdaan maakte ik rechtsomkeert.
Terug bij de haven was er nog steeds geen Dusty te beleven en ik besloot met hangende vinnen dan maar weer het strand op te gaan. Daar was de golfslag sterk toegenomen en een kolkende, zwaar gestoffeerde soep sleurde me heen en weer met lawine kracht. Ook toen ik met veel moeite de monovin uit had werd ik nog diverse keren van mijn voeten geslagen. Tenslotte wankelde ik uitgeput en als een overdadig met wier behangen zeemonster weer op vaste bodem. Wat een ellende. Ik voelde me als een ongewenste vreemdeling, verdreven uit het paradijs.
Als het me dan niet vergund is om de schoonheid van het onderwaterlandschap in beeld te brengen neem ik mijn toevlucht maar tot de muziek. De onderstaande tekst is gebaseerd op een song die voor oud-haargenoten, die hun klassieken kennen, geen geheimen zal hebben. Leken en ongelovigen dienen de Beatles maar es te googelen om de komaf van deze ode te waarderen: (helaas dus wel in het Engels)
The girl with the smile in her eye
Picture yourself floating over a city
with spires and high rises that reach for the sky
relish the thrill of this three-D perspective
where gravity does not apply
Down on a deep breath and sail through a dale
silence weighs down on your ears
blow on your nose and the pressure is gone
and she's there:
Dusty gliding by with a smile on
Dusty gliding by with a smile on
Dusty gliding by with a smile on
Ah…ah…
Sea urchins clamber themselves to a kelp weed
where wrasse and pollock reluctantly hide
sand eels in millions flash silvery sparkles
like diamonds in lucid high skies
Jellies swerve by in a transparent laze
a bass looks at you from a cave
far above undulates light of the day
but she's gone.
Dusty hiding sly with a smile on
Dusty hiding sly with a smile on
Dusty hiding sly with a smile on
Ah…ah…
Bubbles expand on your way to the surface
where breathing awaits you abundantly so
Suddenly there is the dolphin behind you
the girl with the trouble-free soul.
Dusty turns your sigh to a smile-on
Dusty turns your troubles to bygones
Dusty turns you selflessly high on
Ah…ah...