Met je eerlijkheid te koop lopen kan gauw het tegengestelde gevolg hebben. Maar wat doe je wanneer je het bent en je dit te kennen moet geven? Dat is zo ongeveer mijn probleem wanneer ik in Dublin moet zijn. Ik heb namelijk de mazzel gratis tandartsbehandelingen te krijgen. In ruil daarvoor stel ik mijn lichaam ter beschikking van de wetenschap, zodat studenten op mij kunnen oefenen. Het idee alleen al jaagde me vroeger het hart in de keel, maar dankzij de zorg van mijn beschermengel en de druk van de voortgaande aftakeling van mijn gebit ontspande ik me spoedig in de ijver van studenten die uiterst capabel zijn om de modernste technieken toe te passen in vrijwel pijnloze behandelingen.
De enige keer dat het zeer deed was toen Salva een kies trok. Met eindeloos geduld had ze deze losser gewrikt en voor de laatste ruk had zich een stoet studenten rond ons verzameld. Met de uiteindelijke haal deed een rondommelijk prijzen me kreunen: 'Is het een jongetje of is het een meisje?'
Nu is het in bepaalde delen van Dublin niet verstandig om je auto te parkeren en achter te laten, en ook niet om er daar de nacht in door te brengen. Hetgeen mij deed overwegen een buurt van stand te zoeken. Maar daar gaat de sociale waakzaamheid al gauw de politie bellen. En die zouden me het niet gemakkelijker maken.
Maar het is verbazend wat je kunt maken zo lang je dat met zelfvertrouwen doet. Dus inderdaad, ik parkeer mijn Volkswagen busje tussen glimmende BMW's, Lexussen en Mercedessen met de moed van 'Wees eerlijk en vrees niet'. Op beide kanten van mijn auto staat 'Dolphin Address, www.janploeg.nl'. Zodat voor wie het niet vertrouwt mijn geloofsbrieven beschikbaar zijn in een decennium omvattend C.V.
Hier verwijl ik dus, in een rustige en eerzame cul de sac met weelderige tuinen en stenen opgangen naar de voordeur, drie minuten lopen van de tram en maar twee haltes van het hart van de stad.
Mijn andere mazzel is dat Ieren uitzonderlijk verdraagzaam zijn. Met een blij hart denk ik terug aan de drie dolfijn-seizoenen dat ik parkeerde bij White Strand. Op een keer had ik mezelf buiten de auto gesloten. Ik vroeg een plaatselijke vriend om hulp die op zijn beurt anderen erbij haalde en plotsklaps merkte ik dat iedereen me kende en voelde me overspoeld door goede wil.
Niet alleen parkeer en slaap ik op Darthmouth Square, ik woon hier ook een beetje. Zoals gisteravond toen ik 'As good as it gets' met Jack Nicholson en Helen Hunt bekeek en vanmorgen vanaf vroeg toen ik dit verhaal schreef.
Voor de film ging ik naar een pub. Ik ben er echt niet op uit om het buitenbeentje uit te hangen, maar ik drink geen alcohol vanwege mijn nieren, dus ben ik de enige die thee drinkt. En ben ik de enige die nog nuchter is en door de waas van anderen zie ik wat ze doen. Er zit een gast naast de deur van het toilet die kennissen onderschept op hun weg naar verlichting. Hij jongleert een sigaret tussen neus en lippen en zijn kruk wordt door de barkeeper vrijgehouden als hij zijn peuk buiten oprookt. De vent naast me verdeelt z'n aandacht tussen z'n iPhone en het maken van deskundologische opmerkingen tegen de barkeeper. Een verschrokken wetenschapper spreekt met de ogen hoog op het voorhoofd, tot een vrouw die blijft knikken lang nadat hij is uitgesproken. Een vrouw met een mannengezicht, is de enige die door heeft dat ik in mijn praat-o-maatje spreek, heel anders dan in Berlijn.
Mijn alarm waarschuwt me dat het de hoogste tijd is voor dialyse. Gauw naar de bus dus, een warme zak opvangen en twee liter steenkoud er weer in. Prrrroost!