Dolphin Address 8
26 februari 2005
Vroeger, toen ik nog een jaar of 17 was, liftte ik wat af. In een van mijn wanhopige momenten heb ik de gelofte afgelegd, dat als ik ooit zelf nog es een auto zou hebben ik iedere lifter redelijkerwijs zou meenemen.
Nu was deze vent bij de Rastatte een kop groter en een schouder breder dan ik, maar hij had een vriendelijk gezicht en een hippie uitstraling, dus ik nodigde hem mee. Hij begon met te vertellen dat hij een uitvinding had gedaan om de doelmatigheid van windmolens te verbeteren met 15%. ‘Ha’, dacht ik, ‘een onderzoekende geest’, maar toen bleek, dat hij alles van Jezus had ontvangen en vervolgens trachtte hij mij achter het stuur tot zijn overtuiging te bekeren in snelle woorden met een zwaar accent.
Meestal tracht ik begrip op te brengen jegens de zienswijze van andere mensen en loop niet weg voor een hartige discussie. Al spoedig zag ik echter dat er op deze manier enkel een monoloog kon plaatsvinden en ik zei hem meerdere malen in aanwakkerende helderheid, dat ik niet in was voor eenrichtingsverkeer. Ten slotte viel hij geheel stil en zelfs in slaap.
Nu realiseer ik me best dat niet iedereen de opgeruimde, communicatieve en sympathieke reisamusant is die ik vroeger trachtte te zijn, maar dit taxi gedrag gaf me echt een domper. Dus ben ik een Rastatte opgereden en heb hem gedumpt. Eén weg.
In Midden en Zuid Duitsland is op de toiletten van de benzine stations en de Rastatte het retirade personeel vervangen door een systeem dat ‘Sanifair’ heet. Bij een draaihekje moet men 50 eurocent inwerpen. Het bij elkaar zoeken van dit bedrag neemt kritische tijd en draagt stevig bij aan de betreffende nood. Ik ben niet bijzonder enthousiast over deze nieuwe orde. Ze ontbeert menselijke begeleiding en begrip. Je kunt je niet meer afkoelen met een handvol koud water in je gezicht of een frisse mondvol doorspoelen want het water is overal onverschillig lauw. Het comfort in de gemiddelde auto moet een niveau bereikt hebben dat zulke middeleeuwse wensen onnodig maakt.
De toiletten zelf weerspiegelen de absurde successen van de Moderne Technologie. De bril wordt mechanisch onder een zeep en zeem armatuur doorgedraaid om de hygiëne te verzekeren. Helaas sponst de zeem niet altijd al het wasmiddel op, zodat behalve een vies gevoel, je ook nog es je afvraagt wat voor effect dit op je menselijk lichaam kan hebben. Bovendien schijn ik een van deze plee’s zo in de war hebben gebracht dat het de bril deed draaien terwijl ik er nog op zat. Dit resulteerde in dermate dreigend schuren en ratelen dat ik stil en onopvallend ben weggelopen.
De volgende morgen wilde ik een paar foto’s nemen van de parkeerplaats waar ik de nacht had overleefd. Beide batterijen bleken leeg en ik scharrelde wat om de auto heen om alles weer gangbaar te maken. Een politie auto stopte achter me en een agent vroeg me in een Engels met onberispelijk Duits accent om mijn paspoort, rijbewijs en autopapieren. Ik kon me hun geestdrift goed voorstellen want de bus zag er uit als een wild zwijn. Maar alles kon de toets van hun radio-check weerstaan en nu voel ik me officieel toegelaten op Duits grondgebied: ‘Ich bin ein Autobahner’.
Afstanden lijken te halveren als je op weg naar huis bent. In mijn geval was het enkel de Stau op de Berlijnse binnenring die me terugbracht naar de werkelijkheid. Verena kwam me tegemoet in het trappenhuis en alles was goed.
Jan Ploeg, München na 1200 km., 26 februari 2005
print versie