Dolphin Address 28
27 oktober 2004
Als de zon me niet verblind over de rand van de Mount Moneen, kan ik zachte vlekjes ontwaren die zich in de verte bewegen. Meestal vrij dicht bijeen, maar er zijn ook eenlingen bij. Ze lijken zich te voeden met puur steen. Wat kan er zo smakelijk zijn dat ze zich helemaal naar de top hijsen?
Gisteren staken we de lentegroene weide over en daalden in een witdoorn vallei. Omdat de lange scherpe doornen de doorgang verhinderen moesten we uitgetreden koeienpaden volgen die maar al te vaak samenkwamen in modderige gangetjes.
We stuitten op een met doornen afgezette muur die ons terzijde dwong op zoek naar een bres. We doken onder takken door en struikelden over braamtentakels totdat we er eindelijk over konden. Het groen schrompelde dramatisch in en mengde zich met het roestige bruin van dode varens. In plaats daarvan had een chaos van gebroken kalksteenpuinplaten zich opgehoopt aan de lagere helling van de berg.
Lopen op losse stenen is tamelijk lastig en daarom trachten we vaste voet te krijgen op zo groot mogelijke stenen.
Verena, wiens hart in de bergen woont, leek de zwaartekracht te trotseren door omhoog te wieken met gewichtloze schreden. Ik gaf niet toe aan mijn natuurlijke wedijver op advies van het kloppen van mijn hart. In plaats daarvan nam ik de tijd om mij om te draaien en het tot rust komen van mijn ademhaling te combineren met het genieten van een steeds verbluffender vergezicht. We zagen reusachtige, ruw geronde keien, verloren op het pad van een gletcher.
Toen we het puin onder ons gelaten hadden, kregen we een close up van de eigenlijke berg. Wind en regen hadden hun veelzijdige fantasie met buitenaardse pracht gekorven. Overeenkomst in vorm suggereert een systematische herkomst en verleid de fantasie om er vat op te krijgen.
De berg trok op in steilere hellingen. We zochten niet langer naar koeiensporen, maar namen ze op handen en voeten. Iedere nieuwe vlakte beloonde ons met verassingen. Er waren gemoedelijk geschutte inhammen met gras en zelfs nog bloemen en bekroond met stoere boompjes. Of er waren banken, vlak en door de wind gepolijst en gescheiden door diepe troggen.
De wind was toegenomen van een vriendelijk schouderklopje tot een snijdende beet in de wang. We waren zelfs nog niet in de buurt van de top en de zon was minder dan twee uur van de horizon. We lieten onze aspiraties daar en begonnen aan de afdaling. Het is absoluut minder vermoeiend om naar beneden te gaan, maar het is wel gevaarlijker. Omhoog gaan de ogen voor en de voeten hoeven enkel te volgen. Maar naar beneden moeten de voeten hun eigen weg vinden ontoereikend ondersteund door het gezicht. Vooral de puinhelling had haar verborgen schrik. Toen ik op een grote platte plaat stapte gleed deze los en stond ik heel even te surfen. Uiteindelijk kwamen we veilig beneden en genoten van de gloed van de ondergaande zon.
Er is een wonderlijk verband tussen honger en smaak. Ik weet nog steeds niet of dit gourmet koeien zijn of dat ze door honger worden gedreven.
Jan Ploeg, Killohill, 27 oktober 2004
print versie