Dolphin Address 34 2003
17 september 2003
Omdat 'Het snorkelen met monovin en watervleugel' een wat omslachtige omschrijving is, verzon ik een tijdje geleden het woord 'Powersnorkelen'. Het is een combinatie van talen die wellicht wat wonderlijk overkomt, maar het dekt de lading uitstekend. Het slaat niet alleen op de krachtige voortstuwing van de monovin.
Het geeft ook aan dat de stand waarin de vleugel op en neer wordt bewogen in verhouding staat tot de stuwkracht die daarmee wordt opgeroepen. Door de vleugel te kantelen stuurt deze als vanzelf omhoog of omlaag. Je maakt dus zelf uit hoe krachtig je duwt of heft. Bovendien is de arbeidsslag tegelijkertijd de herstelslag voor de volgende arbeidsslag. Enkel in het kiepmoment gaat er een klein beetje arbeid verloren.
Een verdere referentie ligt in de kracht van de golven. Vorig jaar berekende ik dat een beetje golf al gauw 7 ton weegt. Om daarin mee te spoelen moet je het juiste moment kiezen. Evenals ik de waterdruk aanvoel om op het juiste moment mijn snorkel leeg te blazen, geeft het ritme van de golven het juiste afzetmoment aan. Eenmaal in deze dans telt niet enkel pure kracht, maar vooral het aansturen in de golfslag.
Foto: Verena Schwalm
Vandaag had ik mijn dag niet. Al mijn 8 paar 2 mil neopreen sokken zijn ernstig en vrijwel niet meer te plakken lek. Het is net of het zand dat weet. Het kruipt ogenblikkelijk op drukpunten zoals tenen en wreef en begint de klassieke 'ronde wonde' uit te schuren. Het is een rotgevoel en iedere poging tot uitspoelen verdeelt het slechts verder. Ik durf en kan zo niet voluit zwemmen.
Maar ik vertrok nu eenmaal van Bridie's beach, ook al was het zicht als een zoutmuur. Op naar Pollenawatch. De heenweg was, zo als gewoonlijk een alleenweg, nogal sloom en niet geheel van harte. Bij P-watch lagen wat Ieren in het water en er dreef een mij onbekende kano met een -ër, die met een trotse glimlach Dusty in zijn kielzog wist. Met mijn diepste adem zwom ik een kanon-eind onder water terug met Dusty aan mijn zijde. De kano bleef kansloos achter.
Ze moet gemerkt hebben dat ik mijn dag niet had. Ze zwemt wel vaker iets linksachter naast me, vlak aan de zere plek in m'n onderrug. Deze keer keek ik iets naar onderen en toen schoof ze, als een Star Trek hemellichaam in ogenschijnlijke slow motion onder me door. Ik voelde de zuiging van haar lichaam en met een onverwoordbaar gemak spoedde ik voort, in de armen van de zwaartekracht en het Bernouille-effect van Dusty.
Jan Ploeg, Bridie's terrace, 16 september 2003
print versie