22 juni 2002
Het is me proefondervindelijk opgevallen, dat je niet altijd op een Ier kunt rekenen. Zonet nog, bij McDermott in Doolin, bestelde ik een Guinness en de man komt me een pint melk brengen. Nou drink ik daar sloten vol van en dit was mijn zevende pint sinds ik nu weer in Ierland ben, maar toch.
Vandaag bleek dat dit ook voor Dusty gold, terwijl het zo veelbelovend begon. Toen ik me omtrok hing ze al uit bij de potvisrots. Maar toen ik me manmoedig in de golven stortte, die een stuk hoger stonden dan gisteren, was ze verdwenen en leek de zee, ondanks al dat natte geweld, vreemd leeg. Maar ik was van goede moed, zo goed zelfs, dat ik niet eens de moeite nam om een steen op te duiken om haar daarmee op mijn watervleugel mijn aanwezigheid toe te trommelen. Ik zwom in de richting van de slipway, maar dat ging wel erg gemakkelijk omdat ik met de wind mee zwom. Om niet straks ellendig lang tegen de golven te hoeven opboksen, besloot ik de andere kant op te zwemmen en dan zoveel mogelijk onder water, onder de golven door.
Ik had mijn geld beter naar de bank kunnen brengen. Ik wist dat ze daar was, in dat vredige grijs èn dat zij precies wist waar ik was. Na een minuut of twintig heen en weer gegooid te zijn door de golven dienden de eerste symptomen van zeeziekte zich aan. Ik besloot om mijn laatste kaart uit te spelen: doen alsof ik er uit zou gaan. Toen ik Pollenewatch, de ankersteen, anderhalve meter onder me had, schoot ze voorbij. Ik volgde haar direct, maar ze loste alweer op in de mist.
Ik trapte wat water weg en ze kwam weer, maar verdween ook weer meteen. De volgende tien minuten schoot ze met intervallen van één à anderhalve minuut voorbij. Toen, als bij ingeving, bleef ze en kwam zelfs vrij snel dichterbij. Zodra ze tegen de watervleugel begon te duwen, liet ik haar begaan. Ik had me afgevraagd of ze de gisteren opgedane kennis nu ook zou toepassen. Als ik haar de vleugel aan de oppervlakte zou geven in plaats van hem naar beneden te stoten, zou ze er dan op de kop mee wegzwemmen?
Ze had meer geleerd dan ik had gedacht. Ze had begrepen dat als de vleugel eenmaal in beweging is, dat hij dan z'n baan houdt en veel minder aan opwaartse (drijf)kracht onderhevig is. Daarom heb ik met 'flipperen' ook minder lood nodig dan met duiken. Zonder te aarzelen zette ze haar snuit tegen de binnenkant van de vleugelboog en spatte weg. Ze duwde de vleugel in een stand die ongeveer 30 graden af was van vertikaal. Gisteren koos ze er op dit punt voor om op de kop te gaan zwemmen. Nu zwom ze zelf ook onder een (kantel)hoek van zo'n 30 graden naar 'bakboord' (links), waarschijnlijk om zo meer vat op de vleugel te hebben.
Met een vederlicht vertrouwen dat ze de vleugel niet veel verder dan zichtafstand mee zou nemen volgde ik naar vermogen. Maar na ik haar uit het oog verloor verscheen ze niet aan de oppervlakte. Ik begon net weer voor mijn vleugel te vrezen toen ik haar zag: ze was niet in een rechte lijn gezwommen, ze had bijna een kwart cirkel beschreven. Om de vleugel stevig in de vouw tussen haar bovenkaak en haar voorhoofd te houden had ze een tegendruk boven op de vleugel nodig. Omdat ze deze bijna vertikaal hield moest ze 'onder' een rechte lijn zwemmen. Daarom kwam ze uit aan 'stuurboord'zijde en zag ik haar eerst niet. Ik besloot mijn maaginhoud binnen te houden en ging het water uit. Ondanks de hoge golven had ik een veilige landing. Ik begin hier steeds beter in te worden, hoewel het getij altijd weer voor andere situaties zorgt. Dusty bleef nog bijna een uur, ze speelde wat onder de potvisrots, wreef zich tegen 'head and shoulders', zoals ik haar krabrots heb genoemd. En zelf zat ik op de poelrots en aaide haar met handen of voeten. En of ze een slimme meid is!
print versie