Deel 22
Al de eerste keer dat ik in Eilath was lag er een mammoettanker in de Golf. Los van alle speculaties stond vast dat de rederij failliet was gegaan en wij hadden plannen om es een kijkje te gaan nemen. Zwemmen was veel te ver, dus wij zochten en vonden een bootje. We roeiden richting schip, rustten halverwege uit en ik dook overboord. Het eerste wat ik zag was een grote, grijze gedaante met een heleboel vinnen. Ik schrok me wild, maaakte dat ik bij de boot terug kwam en schreeuwde 'haai, haai' in m'n moerstaal. Daar werd mijn roepen opgevat als 'high, high', als zou mijn duik een geestverruimende dimensie bevatten. En voor ik bedacht 'shark' te zeggen, sprong Jim, the Bricklayer me na. Mogelijk heeft onze luidruchtigheid de haai(en) op afstand gehouden, maar we zijn verder angstvallig binnen de boorden van de boot gebleven. De bemanning van de tanker stelde ons bezoek zeer op prijs en overlaadde ons met levensmiddelen. We hebben er met z'n allen een vette week van gegeten.
Grimmig kon het ook: Het verhaal ging rond dat Israëlische soldaten Pesach zouden komen vieren en dat ze in de aangrenzende grote waddi hun kamp zouden opslaan.
Al mijn ‘Hippie Love’ avonturen heb ik voor het eerst 32 jaar na dato opgeschreven (’99), maar het nu volgende verslag heb ik toen vrijwel ter plekke geschreven.
De brandende Waddi, Eilath, 20 maart 1967
Om 's middags plm. 4 uur kwam ik bij de Waddi langs om de spullen, die ik de vorige dag op het strand had gevonden op de plaats waar een kibboets had gekampeerd, mee te nemen naar East Village, Òns dorp: 3 pannen, 1/2 pond suiker, 1/2 blikje koffie, 12 aardappelen en 5 vorken.
Toen ik over de rand van het rivierbed kwam, waarvan je op de wadi neerkijkt, zag ik tot m'n grote verbazing in de aangrenzende wadi een enorm legerkamp, dat men daar in enkele uren gebouwd had. Ik gleed naar beneden de beatnikwadi in en zag mensen hun hutten in paniek in en uitrennen. Toen ik vroeg wat er aan de hand was, hoorde ik kreten als: 'Die rotzakken, ze hebben ons precies 20 minuten gegeven om onze spullen te pakken, dan branden ze de boel af'. 'De meeste mensen werken nog in Timna, we zijn niet met genoeg mensen om alle spullen te redden, help mee!’
Jan Ploeg
print versie