Eerst was ik er niet zo blij mee dat Dusty verkaste naar Inisheer, maar de heen en veervaarten blijken uiterst plezierig te zijn. De watervleugel en de monovin dienen uitstekend als gespreksonderwerp en als ik niet zit te kouten met mijn medereizigers voorziet de rusteloze oceaan in het gevoel van vrijheid en avontuur dat me zo lief is van het weitje. En dan is er altijd de mazzel om dolfijnen te zien…
Maar het ware welkom tot Inisheer is de plotse verschijning van Dusty, of 'Sandy', zoals ze op het Eiland wordt genoemd. Een eretitel, enkel gereserveerd voor de authentieke Eilanders en veelzeggend over hoe ze haar in hun hart hebben gesloten. Vaak racet ze met de boot naar een elegante rust in de haven en betovert de bezoekers van alle kanten.
De laatste paar dagen van mei was het water puur Caribisch, turkoois oplichtend bij het strand vanwege de rusteloze zonnestralen die helder met de golven op de ondiepte dansen. Het water is kristalhelder, met een zicht tot 10 meter. Als Dusty vlak onder de spiegel zwemt wordt haar lichaam overgoten door een steeds veranderende vloed van verblindende zonnediamanten die haar doen schitteren in serene eenvoud.
Om je hoofdkwartier te vestigen kun je kiezen tussen een poeder zandstrand, waar jje lig naar je lichaam kunt vormen, of de verweerde rotsen die allerlei scheuren en gaten verschaffen waar jje spullen in bergen kunt. Ik ben een rots-tiep, wil geen zand voering in mijn natpak. Mijn steenzit is effen met een poeltje te dichtbij, die ik opvul met een paar stenen. Een prima manier om hem voor mezelf te houden, want ik neem ze er uit als ik weer weg ga. De instap in zee is een gemakje via de zacht hellende slipway of langs het langzame strand.
Aanvankelijk leek me de zandbodem monotoon, maar toen begon ik de fascinerende zonnepatronen die door de golven gedreven werden, mooi te vinden. Van dichtbij ontdekte ik het kleine verborgen leven op de bodem dat uit mijn pad schrok. Dan zijn er de gekorven rotsen aan de onderwater kust, gladgeschuurd door de getijden en het zand in elegante patronen, gerangschikt als Japanse rotstuinen, getooid met kleurrijke, zwaaiende wieren. Dieper, halverwege de haven strekken zich de wiertuinen waar gigische zwermen zand alen zich naar elders kwispelen. En langs de hele rotskust ginder van het strand op de wierzoom overweldigende aantallen kleine visjes, zwevend in een natuur aquarium.
Als ik het water in ga sla ik drie keer met de mono op de spiegel. Niet om Dusty op te commanderen, maar enkel om haar te laten weten dat ik er ben. In de loop der jaren heb ik een repertoire aan geluidjes bedacht waaraan ze mij kan herkennen, maar ze vindt me ook als ik me stil houd. Er zit echter een gespreksdimensie in de wonderlijke geluiden die ik door mijn snorkel spuug. Mijn laatste vinding is het raspen van de draad van twee grote schroeven tegen elkaar om het klikken van dolfijnen na te bootsen.
I begin met zwemmen naar de grote gele boei, waar ik de watervleugel in de lus van een touw kan achterlaten zodat Dusty er niet mee aan de haal gaat. Dan heb ik mijn handen vrij om haar te strelen. Als ik afstand zwem, gaat ze graag links onder een tikje naar achteren mee, zolang ik haar 'niet gezien heb'. Ik wil nog steeds iets bedenken om haar zo te kunnen filmen. Ik heb een elastisch koord aan mijn mini-camera gebonden dat ik omsla voor de stabiliteit en dan om mijn pols doe.
Ik wil graag dank zeggen aan de mensen van de veerboot die mij en m'n zware spullen met voorrang aan boord laten gaan en me uiterst behulpzaam zijn.