Als de zon schijnt, ontrollen zich de golven als tapijten tot verblindende schuimtuinen. Sopvlokken wervelen op uit verzadigde zwermen, vluchten zeevlinders, dansend.
Maar als wolken jagen, elkaar na tuimelen, regen storten, vlagen natte sneeuw soms, en afwisselende hamerbuien hagel, dan brult de branding bij Crab Island in stuifsluiers, onafgebroken brekend in fonteinen, grauwend als woedend kwaad, in meer dan een dreiging.
De rotsblokken en hun puin, nog steeds over het haven terrein verstrooid, getuigen van de stille wanhoop waarin de County nog meer gruwelen der Natuur afwacht. Verdwenen is de bezieling die er toe dreef dat de ravage van januari in een dag was geruimd en het blootgelegde wegdek was hersteld om de intocht van stormtoeristen die volgde van dienst te zijn.
Het verging mij net zo. In januari werd het weitje, dat zoete zachte plekje tussen 't hard, volkomen vernield. In november had ik mijn meeste spulletjes al opgeruimd en in december was een code oranje storm waarschuwing aanleiding om mijn tent plat te leggen en te verzwaren met mijn gesloopte keukendeur, een stel jutbalken en een viskist met stenen. Maar toch is er niet veel vuilnis nodig om het er uit te laten zien als een bende.
In de negen jaar dat ik daar woonde had de zee maar twee keer mijn keukendak vernield. En een keer heeft ze stenen opgeworpen, maar die waren met één hand te verwijderen.
Een grondige schoonmaak was mijn eerste prioriteit, onmiddellijk gevolgd door het ontruimen van Funny Lane, zodat ik met de bus het weitje op kon en ook keren. Daartoe lukte het de ergste sta-in-de-wegs opzij te rollen al dan niet met behulp van een hefboom, maar er bleven nog steeds een stevig tiental aan onvermurwbare monsters staan. Ik raapte het puin van een groot gedeelte en buurman boer PJ schoof de joekels terzij met zijn tractor. Zo bevrijdde ik zo'n 70%, genoeg om het weitje weer bewoonbaar te maken.
Mijn keuken was in zijn geheel weggevaagd. Er is geen steen van de oorspronkelijke locatie bewaard gebleven. Ik wilde een foto maken, maar hoe kun je iets fotograferen dat er niet meer is?
Mijn tent was in de hoekrest van een stenen muurtje gedrukt als een vuile zakdoek. Het vergde al mijn anatomische expertise om de belangrijkste onderdelen te bergen, want hij was bijna onherkenbaar verfrommeld.
En toendertijd vond ik het niet eens zo erg. Ik was erg onder de indruk van de kracht van de Natuur en de uitdagingen die ze me voorlegde. Ik voelde me als David in strijd met Goliath met iedere steen die ik weg wierp, met de wind door m'n haar en de zon in mijn gezicht, zout op mijn lippen en de oceaan in mijn oren. Ik voelde me weer tot leven komen vanuit waar niks beweegt behalve de muren die op me af kwamen.
Maar nu heeft St. Brigdet(sday=1 februari) het nog es overgedaan. En het is nog niet eens dat het meeste van mijn werk voor niks was. Meer, dat opnieuw beginnen zo zinloos wordt in het licht van wat ons nog te wachten staat. En er is meer dan door apathie ingegeven wanhoop. Ergens kan ik het nog niet geloven. Het lijkt alsof het in een parallel universum is gebeurd. Alsof elk moment de herinnering me op mijn schouder kan kloppen en alles weer terug zet in de realiteit van negen jaar. Toch maar beter wreed wakker worden. De Natuur heeft teruggeslagen en ook zij kent geen genade.