Ik ken ze van White Strand, september 2009, toen we ze 'Botox kwalletjes' noemden. Ze hebben het groen van vuile jade, ze zijn klein, lijken op kleine paddestoelletjes en hebben ongewoon lange vangdraden. Komen in dozijnen en zijn overstelpend onontwijkbaar.
In de knik tussen Dusty's snuit en voorhoofd kun je een Botox kwalletje ontwaren.
Ik had niet meer met Dusty gezwommen sinds 21 juli vanwege Dusty's afstraffingen van mishandeling en stompzinnigheid. Maar het was meer dan twee maanden en met acht mensen in het water was het nu weer mijn beurt.
Ik verwachtte eigenlijk dat Dusty zou komen zodra ik in het water lag, maar dat deed ze niet. Des te beter. Ik vleugelde snel naar 'the Donkey', stak over naar Crab Island en dook twee stenen op. Ze moet in de buurt geweest zijn, want ze kwam bij het eerste klikken. Ik had het hart niet direct de camera aan te zetten. Dit was ons feestje.
Met gunstig weer zwemmen de Galway Bay dolfijnen uit naar de oceaan en het kwam me eerst voor dat ze Dusty ontmoet hadden. Ze vertoonde meervoudige tanden sporen, dicht bij elkaar op de rechter kant van haar rug, achter haar oog. Maar het waren niet de 'hark' sporen van dolfijnen tanden. Die zitten veel dichter bij elkaar. Ze waren ook niet door haaien gemaakt, die zouden haar huid hebben opengereten. Niet waarschijnlijk dat het van een potvis kwam, die hebben geen dolfijn op hun menu staan. Orka's misschien? Susanne Magee van Dolphinwatch Carrigaholt suggereerde 'Grienden'.
Dusty is altijd in voor een nieuw spelletje, maar ze kan mijn standaard repertoire ook waarderen. Of ik nu onder haar duik, of dat ze over me heen zwemt, ze krijgt een volle lading van mijn adem, een bruis behandeling. Ik trommel mijn vingers op de watervleugel en roffel mijn vingers langs de knobbelrand. En we hangen een beetje.
Iedere keer als ze in de mistige verte verdwijnt hervat ik mijn koers naar de zuidpunt. En steeds weer komt ze tevoorschijn in korte fly-by's. Er staat een beetje branding op het zuid-westen van Crab en ik zie Dusty surfen, voorbij schieten. De lange kelp zweept heen en weer. Ik probeer de weg af te steken door de malende ondiepten, kom dan in verblindend wit water en keer terug naar de omweg.
Nu ben ik alleen en de kwalletjes worden vervelend. Hun herinnering blijft het hele weekend tussen m'n vingers jeuken. Maar terug bij de Donkey is het water ze kwijt. Het is altijd weer fijn om, nadat ik het diepe blauw ben overgestoken, de bodem weer te zien. Het is een visueel houvast en een plek om naartoe te gaan. Ik loods me terug naar de haven. Er zijn aardig wat mensen op de pier en een luchtboot is net aangekomen onder aan de boothelling.
Dusty doet een gemakje en we cirkelen samen. Dan zie ik een autoband op de bodem, twee zelfs. Ik til eentje naar de spiegel en neem hem mee de helling op. Daar laat ik hem terugrollen tot hij omvalt. Dusty let meer op mij dan op de band. De uitvinding van het wiel is van geen gewicht onder water.
Dan komt iemand van de boot in het water. Ik ben weg, daar maak ik mijn handen niet vuil aan. Er ligt een heleboel zeewier op het strand en ik ben moe na bijna twee uur. Geen suiker noch melk in mijn koffie, geen speakers om Tull te spelen. Dan gaat mijn dialyse alarm af. Ik spoel uit en in en leg me neer voor een hazenslaapje. Anderhalf uur later word ik weer wakker. Was het allemaal een droom? Om de drommel niet, kijk maar naar de video!