Ten langen leste ben ik weer terug op het weitje, zoals ik dat het beste ken. Een briesje duwt korte golven dwars over de deining en het licht, verstrooid door een hemel in grijstrappen, geeft springende schaduwen in getande contouren. Op het weitje duiken scharlaken pimpernellen op als vriendelijke bloeddruppeltjes voor mijn argeloze ogen. Een vlucht spreeuwen zoeft als een vliegend tapijt voorbij en landt kwetterend op aangespoeld, uitgedroogd zeewier. Ik ben nu dan echt aangekomen.
Langs 'Funny Lane' motregende het toen ik tussen de gierende braamstruiken door reed. Toch hebben ze al die keren dat ik er sinds 2003 langsreed nooit ergere schade veroorzaakt aan de lak, dan de krassen die ze maakten in het aangekoekte vuil. En plotsklaps bedacht ik. Wat ik altijd ondergaan had als een bedreiging vanwege de overeenkomst in geluid met het krijsende krijten van een slechte leraar op een schoolbord, was in feite een natuurlijke borstelbeurt. Mijn hoogsteigen wasstraat! Op deze manier wordt het zeezout, dat er op al die winderige dagen rijkelijk overheen werd geblazen, er grondig afgeschrobd en blijft de bus in puike conditie.
De pluimen van het strogele, weer groen uitgegroeide gras buigen zich mee met de wind als zoeken ze schuil in afgewende eerbied. Zelfs op mijn eigen hoekje, bereden en vertrapt, spruit gras, nat tot de enkels als het heeft geregend. De zuring, die voorheen aan 't keukenpad te vlaggen stond, roest stijf in kleuren diep als corton staal. De andere, die tot vervelens toe me de broek tot boven kniehoog doorweekten en die ik daarom wegbond met strengen kleefkruid, is nu overwonnen door akkerwinde, dat trots haar greep viert met sneeuwwitte kelken. En langs de oostmuur kroont nog maar één bloem de zonverbrande bladertoppen van montbretia’s.
Het ontwortelde ogentroost, zo dicht opeen aan het pad dat langs Lackanishka loopt en dat ik in een wolkbreuk van optimisme op mijn keukendak plantte moet zijn weggeblazen door de wind. Het varkensgras heeft een kei beslopen en spreidt haar stengels plat over haar plekje. En vanuit de grykes overgroeit een anonieme, bloedlinke schermbloemige de rotsen, oftewel spekglad wanneer betreden.
Op het belletje van Silke, dat door zwangere Tibetaanse vrouwen wordt gerinkeld voor hun nog ongeboren kindje, reageerde Dusty door op haar zij te gaan liggen met haar buik bij het belletje.
Indirect wijst steeds meer op een waarschijnlijke zwangerschap van Dusty. Verscheidene keren heeft ze al mensen uit het water geduwd en een paar heeft ze met haar snuit op het borstbeen gestoten. Dit duidt op territoriumgedrag en ze doet dit zonder enige aanleiding.
Mocht je, gewaarschuwd voor twee, toch nog het water in willen, blijf dan tenminste in het ondiepe. Daar moet ze voorzichtiger manoeuvreren en heeft ze de ruimte om weg te zwemmen. Maak van een dra ma geen drama.