Vroeger was het hoogst ongepast om jezelf te loven. Wij werden opgevoed met de leuze 'eigen roem stinkt'. Als je niet anders weet, dan voelt dat ook zo. Dan voel je je zelfs plaatsvervangend beschroomd als een ander de loftrompet over zichzelf blaast. Voor een kunstenaar is het een beroepsrisico. Het valt niet mee de verhevenste gevoelens in bescheiden woorden te presenteren.
Het is al weer een tijdje geleden dat een eigenwijs autootje dit taboe doorbrak. De 'Smart' was geboren en het aantal nakomelingen dat zichzelf 'smart' noemt heeft een kritische dichtheid bereikt. Weldra zal het zo algemeen worden dat de meerwaarde gaat verwelken en het woord wegkwijnt.
Maar voor het zo ver is, wil ik haar vlag planten op een aantal dagelijkse slimmigheden waarmee ik me hier omring. Wat is overtuigender dan de proef op de som, wat schept meer zekerheid dan iets wat je snapt, wat geeft meer verlichting dan een goed idee? Wie niet sterk is moet slim zijn, maar het een sluit het ander niet uit.
Neem nou mijn afval. Ik heb zo'n heel gewone huis, tuin en keuken vierkante plastic emmer waar een vuilniszak in gaat. Maar de deksel waaide er de eerste dag al af en een week later was hij in het geheel niet meer terug te vinden. En de bak kan niet zonder deksel. Hij staat buiten en als het regent verzamelt er zich water in. Dat maakt de zak veel zwaarder en mocht hij lek gaan dan zit je met de viezigheid. Ook ben ik dol op dieren, maar niet als ze mijn afval bezoeken. Het heeft even geduurd voor ik daar een oplossing voor vond, maar die durf ik met een gerust hart 'smart' te noemen.
Ik heb een gepensioneerde monovin met het voetstuk op een zijdelings balkje van mijn pallettafel gespijkerd, zodanig dat hij net even hoger is dan mijn voornoemde afvalbak daar onder. Op de vin ligt een steen, waardoor het blad van de mono de bak afsluit. Wil ik er iets in kwijt, dan til ik de steen op, het 'deksel' veert op, troep er in, steen er weer op, ziezo, een 'smart bin'.
Mijn water haal ik sinds editie nr. 28 uit St. Joseph’s 'Holy Well', even buiten Miltown Malbay. Dat is hier wel 40 km vandaan maar niet alleen daarom vind ik het zonde om het bv te gebruiken voor de afwas. Daar hoef ik niet per se drinkwater voor te gebruiken. Maar dat hoeft ook niet. De hemel geeft, die vangt die heeft. Je ziet hier in weilanden vaak een langwerpig bouwsel met een schuin aflopend vlak en een trog aan de voorkant. Dit oppervlak vangt regen op en daar drinkt het vee van. Dat kan ik ook. Bij mij is het een plaat multiplex die zowel in de breedte als in de lengte een beetje scheef staat. Het regenwater loopt naar de laagste hoek en daar heb ik een waterfles onder gelegd. Als deze vol is, leg ik er weer een lege neer. Dit 'smart water' spaart me een hoop gezeul.
De vorige winter is het dak van mijn keukenhol twee keer overspoeld. De ravage was ronduit ontmoedigend, maar ik kan mijn keuken nu eenmaal niet missen. Als je het geweld van opgejaagde golven ziet, zou je denken dat niets de natuur weerstaat. Maar zoals Mozes de wateren scheidde heb ik een steven van zware stenen aan de zeekant van de keuken vergaard. Of de praktijk de theorie gelijk gaat geven moet ik nog afwachten, maar ik heb goede hoop dat mijn 'smarte golfbreker' de boel droog houdt.
Nu zal je misschien denken dat ik met smart op loftuitingen over mijn uitvindsels wacht. Maar dat heb ik zojuist zelf al gedaan. Slim hè!