20 september 2008
Vroeger, toen ik nog op de boerderij woonde, was mijn gootsteen mijn altaar. Met grote regelmaat draaide ik de kraan helemaal open om me uit mijn geoefend gekuipte handen oeverloos met koud water te bezatten. In mijn gootsteen stond een half bolvormig kopje met een plat steentje er in. Vanuit mijn vangwang blies ik daar een waterstraal in om te proberen het steentje eruit te spoelen. De verhalen daarover noemde ik: ‘Altijd wel wat te beleven in die gootsteen van mij’. Ook schreef ik een verhaal getiteld: ‘De kranen in mijn leven’. Deze varieerden van een lullig lamstraaltje bij een MacDonald in Groningen, tot een gat in een rotswand in Zuid Frankrijk, waar het water zich steenkoud en overvloedig uitstortte. Het wordt besloten met een woedende aanval op Orlov Seunke, die, naar aanleiding van zijn film ‘De smaak van water’ het in een interview bestond om te beweren dat water geen smaak heeft. Ik argumenteer daar dat water smaakt naar jezelf, tenzij je natuurlijk geen smaak hebt.
Behalve dat ik af en toe mijn haar uit de knoop was en elke dag twee monden vol koud water via mijn handen in mijn gezicht blaas, douch ik me alleen ’s winters, omdat ik dan niet meer regelmatig in de oceaan lig te weken. Als ik nu ga zwemmen zet ik een met zwarte tape omwonden vijfliterfles in de zon, alstie schijnt tenminste. In de dop heb ik wel 50 gaatjes met een millimeterboortje gemaakt. Boven mijn hoofd houd ik hem omgekeerd en knijp er kleine douches uit. Er zit genoeg in zo’n fles om me even helemaal lekker schoon te spoelen. Een waarlijk lumineus idee van Kicks.
In Fanore heb ik altijd vijfliterflessen getapt, eerst bij de vermeende bron achter de ‘The Admiral’s Rest’ en toen dit ook leidingwater bleek te zijn, een stuk dichterbij uit een kraantje aan de achterkant van het winkeltje complex.
Al een jaar of drie is men nu bezig geweest met de aanleg van een nieuw waterleidingnetwerk in Fanore. OK, dat duurt even, deels omdat het Iers geen vertaling kent voor het Spaanse ‘mañana’. Voor zo’n dringende zaak kent men geen uitdrukking. Nu is het dan eindelijk zover en is al vóór de streefdatum van één oktober de leiding gereed. Nu was het ‘oude’ Fanore water hartstikke lekker. Er zat alleen van tijd tot tijd een e-coli bacterie in, waar je goed ziek van kunt worden. Maar dan kocht ik een paar weken vijf liter fleswater (voor drie euro per stuk) en ging daarna voorzichtig weer op leidingwater over, een doosje Immodium tabletten bij de hand voor als ik nog steeds dat lamme gevoel kreeg. Zo was ik mijn eigen proefkonijn.
Toen ik de afgelopen week negen flessen in Fanore vulde, wist ik niet dat dit al het ‘nieuwe’ water was. Op White Strand nam ik een slok en spoog het onmiddellijk en verontwaardigd weer uit. Dit was niet te drinken. Het zou spoelwater kunnen zijn, zoals Willem blijmoedig veronderstelde, om de nieuwe buizen op te schonen. Maar wat nu te doen? Uit watersnood schoot me te binnen dat Rod me ooit vertelde dat hij zijn water uit een heilige bron haalde, even buiten Miltown Malbay. Ik ben het bewuste weggetje door gereden tot ver genoeg, maar had geen Holy Well gezien. Terug dus maar en daar, langs een bruinwater turfbeekje lag een piepklein hofje dat volgens de letters in het ijzeren hek ‘St. Joseph’ heette. Je gaat een steil trappetje af en loopt dan een paadje op dat met een lus weer op zichzelf uitkomt. Overal staan schrijnen met Mariabeeldjes, bidprentjes en andere uitingen van katholieke devotie. Centraal ligt de Heilige Bron. Door een weelderige waterplantenvegetatie vallen druppelstraaltjes in een glashelder poeltje. Daar kun je het water zo uitscheppen. Nu ben ik niet zo dol op water dat zomaar uit een wand welt, omdat ik daar al verscheidene malen goed ziek van ben geworden. Vandaar dat ik eerst een voorzichtig proefslokje nam.
Mijn hart sloeg over en mijn gehemelte was op slag in de wolken. Dit was geen water zoals ik het kende. In de fles scheen er licht uit en mijn tong krulde zich verlekkerd voor de opening. Zo lekker fris had ik nog nooit gesmaakt en ook later, toen mijn éénliterfles een beetje lauw was geworden, bleef het water even verkwikkend. Mijn besluit stond onmiddellijk vast: dit werd mijn water. Het is even sjouwen met negen flessen bij dat steile trapje op, maar de verfrissing bovenaan spoelt de inspanning triomfantelijk weg. Hoe dit alles mogelijk is vraag ik me niet af. Het is de mystieke kracht van Heilig Water.
Jan Ploeg, White Strand, 20 september 2008
print versie