Dolphin Address 2
15 juli 2004
Verena houdt er niet van om dezelfde dingen twee keer te doen. Het heeft me heel wat moeite gekost om afgelopen winter wegwijs in Berlijn te worden, omdat ze iedere keer een andere route koos. Maar je kunt het niet altijd anders voor het zeggen hebben.
Vorig jaar bracht Dusty me een zalm. Het verhaal staat op mijn website onder
Dolphin Address 9, 3 juli 2003. Een video van een deel van deze gebeurtenis circuleert in mijn
video afdeling.
Vorige week, toen we bij Pollenawatch aankwamen, stonden een aantal zwemmers op het punt om het water te verlaten. Omdat ik niet wilde dat Dusty weg zou zwemmen, moedigde ik Verena, die pijlsnel in haar wetsuit was gesprongen, aan, om zo snel mogelijk het water in te gaan, om haar bij ons te houden. Ze werkte zich over de glibberige rotsen en rende het strand af. Ik was zo bezig met het aantrekken van mijn nieuwe wetsuit, dat ik geen aandacht schonk aan wat op het strand gebeurde, en toen ik weer keek geloofde ik terecht mijn ogen niet.
Verena liep uit de golven met een dolfijn baby in haar armen. Ze is zelf al een feest voor de ogen, maar nu leek ze een Engel der Wateren, met haar donker gouden haren, haar warme chocolade ogen en haar atletische, tegen de oceaan aftekenende, figuur.
Ik knipperde met mijn ogen en viel terug in de werkelijkheid: Verena droeg een zalm naar de kant van ongeveer hetzelfde formaat als die welke Dusty mij vorig jaar bracht. Ze legde de vis in het zand en liep weer terug naar Dusty.
De mensen die het water uit gingen stonden wat beteuterd te kijken. Een van hen, een Deen, zo groot dat het leek alsof hij was afgekalfd van een thuis eiland, nam de vis bij de staart en liep de golven in, omdat hij vond dat deze aan Dusty behoorde. Verena zei hem dat dit ons avondmaal was en nog een paar dingen en hij draaide zich op zijn hielen om en legde de vis weer op het strand.
Iemand zei: 'Als je het op wilt eten, moet je het doden.' Verena nam een steen en aaide de zalm er mee over de kop. Het dier was nog verdoofd van de dolfijn, maar springlevend. 'Jan, doe iets!'. Ik nam de steen en sloeg de vis verscheidene malen zo hard ik kon. Toen droeg ik haar over de glibberrotsen, een spoor van vet bloed achterlatend en bedekte haar met de Ortlieb zak.
Later gingen we naar Bridie, sneden de reusachtige vis in moten en lieten haar de helft om in te vriezen. De rest aten we vooral zelf. Het was overheerlijk, maar wel een beetje veel. Ik denk, dat ik voorlopig geen zalm blief.
Jan Ploeg, weitje, Fanore, 15 juli 2004
print versie