8 juli 2002
Buiten het zwemmen met Dusty gebeuren er natuurlijk ook wel dingen, maar ze staan allemaal eigenlijk in dienst of liggen in het verlengde van dit zwemmen. Aanzienlijk meer tijd dan het zwemmen zelf, gaat zitten in het schrijven hierover. Ik schreef al eerder over het 'after-effect' van het ontmoeten van een dolfijn. Nog steeds zie ik sommige verbanden pas wanneer ik ze tracht te beschrijven. Daar heb ik een bijzondere methode voor ontdekt.
Ik schrijf voor 'Dolphin Address' in het Nederlands en voor 'irishdolphins' in het Engels. Dit doe ik zoveel mogelijk gelijk op in een schrijfboek met aan de ene kant Nederlands en aan de andere kant Engels. Op deze manier kan een verslag zich ontwikkelen in twee taalgebieden, uit een veel grotere woordenschat putten en vooral associatief inspireren. Ik klapper dan ook heel wat heen en weer tussen mijn woordenboeken N-E en E-N. Mijn filosofische observaties worden er bij 'irishdolphins' veelal rucksichtlos uitgekieperd, dus leef ik me daar in uit op Dolphin Address.
Als ik alles op een floppy heb staan, ga ik daarmee naar het Internet cafe in Lisdoonvarna. Dat wordt gerund door een vrij uitgebreide Aziatische gemeenschap met veel beleefde lachjes en hemelhoge prijzen. Een kopietje A4 kost daar een Euro, bij Johnny V. in Dingle een duppie.
Laatst zette ik m'n auto wat krap neer in een van de parkeerhaventjes op het dorpsplein van Lisdoonvarna en ging daarbij net met een achterwiel over de stoeprand. Een Chinese mevrouw op een bankje liet haar wenkbrauwen mee omhooggaan, vergezeld van een beleefd lachje. Ik stapte uit en zei: 'Don't we all have to lift a leg once a while?' Ze lachte geamuseerd al voor dat ik uitgesproken was. Ik ben nooit zo goed in het timen van grappen geweest.
Vervolgens ga ik naar de pub van MacDermotts in Doolin, waar ik nu al bijna drie week elke avond 'beef lasagne' bestel. Sommige mensen kunnen maar niet begrijpen hoe lekker dat is. Meestal met Cola: 'A pint glass, please, with a lot of ice and two, gently uncapped, bottles of Coca Cola.' Die schenk ik dan zelf voorzichtig in. Anders gooien ze alle prik er uit.
Vaak is het druk en schuiven toeristen aan waar ik dan onvermijdelijk mee in gesprek raak. Engels, Duits, Frans, Nederlands het maakt me niet uit. Ik 'time' mijn happen zo, dat ik kan nadenken over de zo goed mogelijke formulering van mijn antwoord. En ik draag het onderwerp voor: dolfijnen.
Ze zijn zonder uitzondering diep onder de indruk van mijn vrijbuiters bestaan. En dat laat ik maar zo. Soms pik ik op de terugweg nog een dolfijntje mee en zie de zon in de zee zinken. Daarna tik ik tot diep in de nacht.
Dolphin Address 15, Jan Ploeg, 7 juli 2002
print versie